- heersen
- {{heersen}}{{/term}}1 [regeren] rule (over) ⇒ 〈met betrekking tot vorst(in)〉 reign2 [de overhand hebben] dominate3 [voorkomen] be ⇒ be prevalent♦voorbeelden:1 verdeel en heers • divide and ruleGod heerst over al het geschapene • God rules all creation3 er heerst griep • there's a lot of flu about/a flu epidemicer heerste een grote hongersnood • there was a great famineer heerst een nieuwe rage • there is a new craze/rageer heerste rijkdom en voorspoed • wealth and prosperity reigned
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.